Kneedproef

Zand, zandleem, leem of klei? De grondsoort bepaalt of een plant in jouw tuin groeit of niet. Deze eenvoudige kneedproef brengt raad:

1. Schep wat grond uit je tuin en maak hem vochtig. 

2. Probeer er nu een rolletje van 10 centimeter lang van te maken.

  • Lukt dat niet? Dan heb je een zandbodem.
  • Lukt dat wel? Probeer dan van je rolletje een cirkel te maken.
    • Geraak je niet verder dan een rolletje met scheurtjes in? Dan bestaat je bodem uit zandleem.
    • Geraak je niet verder dan een rolletje, maar zie je geen scheurtjes? Dan is het leem.
    • Kan je een hoefijzervorm of zelfs een cirkel maken? Dan heb je kleigrond.

Zandbodem

Een zandgrond met weinig organisch materiaal is erg los, zodat water onmiddellijk naar de ondergrond loopt. De voorraad voedingsstoffen is dan ook klein. Dit kan sommige planten in de problemen brengen. 

  • Een zandbodem is licht. 
  • Hij houdt weinig voedingsstoffen en water vast. 
  • Een zandbodem warmt snel op in het voorjaar. 
  • Op zandgrond kan nachtvorst nog laat in de lente voorkomen. 
  • Een zandbodem is erg gemakkelijk te bewerken. 

Zandleem

De zandleembodem is een tamelijk lichte bodem die snel opwarmt en behoorlijk goed voedingsstoffen vasthoudt. Deze bodem laat een ruime plantenkeuze toe.

Klei

  • Een kleibodem is zwaar en compact; hij houdt goed voedingsstoffen en water vast. Een kleigrond met weinig organisch materiaal is ondoordringbaar. 
  • Wortels groeien moeizaam. 
  • De grote hoeveelheid water die door de klei of het leem wordt vastgehouden, kan in koude winters problemen veroorzaken voor sommige plantenwortels. Het water bevriest en de planten gaan stuk. 
  • Bodembewerking is behoorlijk zwaar. 
  • De bodem droogt pas laat in het voorjaar op en warmt daardoor ook traag op.

Leem

De eigenschappen van een leembodem zijn vergelijkbaar met die van een kleibodem, maar ze zijn minder uitgesproken.

Bronnen: vlaamsbrabant.be, velt.nu