Waterplanten
In tegenstelling tot moerasplanten wortelen deze planten niet in de bodem in.
Enkele voorbeelden van waterplanten:
- Eleocharis acicularis of naaldgras
- Elodea canadensis of brede waterpest
- Lobelia cardinalis
Drijfplanten
Deze halen met hun wortels veel voedingsstoffen uit het water en vormen zo geduchte concurrentie voor algen. Deze planten laat je voorzichtig één na één in het water zakken. Ze moeten niet in een mandje worden geplant.
- Watersla of Mosselplant (Pistia stratiotes): de rozetten van lichtgroen blad met opvallende nerven, drijven gewoon op het wateroppervlak.
Zuurstofplanten
Deze planten groeien onder water en zetten de voedingsstoffen in het water om in zuurstof. Ze doen algen ook graag concurrentie aan, en zijn daarom onmisbaar. Plant deze planten zo snel mogelijk na of zelfs tijdens het vullen van de vijver. Je kunt ze rechtstreeks in vijversubstraat planten of gebruik maken van vijvermandjes; de laatste manier van planten is veruit de makkelijkste en snelste.
- Een goed voorbeeld is Naaldgras (Scirpus cernuus).
Waterlelies
Waterlelies vormen een categorie apart. Ze hebben 40 tot 120 cm waterdiepte nodig, en worden bij voorkeur geplant in geperforeerde manden of korven.